Marc Siepman: “De bodem is een stad”
Herenboeren Soest streeft naar een Herenboerderij die biologisch, natuurinclusief en biodivers produceert. Maar wat is biodiversiteit nu eigenlijk en waarom is dit zo essentieel? Op woensdag 24 juni legde permacultuurspecialist Marc Siepman dit aan de Herenboeren van Soest uit tijdens een online webinar met als aansprekende titel: ‘Alle kleine beestjes helpen’.
“Zonder bacteriën kunnen wij niet leven, en de bodem ook niet. Een gezonde bodem heeft structuur met voldoende water en lucht. Planten en bodemleven zijn van elkaar afhankelijk. Bepaalde soorten bacteriën en actinomyceten kunnen stikstof uit de lucht halen en opneembaar maken voor planten. Een trage cyclus die gedurende het groeiseizoen actief is.”
Permacultuurspecialist Marc Siepman ziet de bodem als een stad. “Er is een internetnetwerk van schimmeldraden die met elkaar communiceren via wegen die aangelegd zijn door wormen.” Met deze ‘stad’ moet je zorgvuldig omgaan. Zo kun je er beter zo weinig mogelijk graven en omwoelen: “Niet de spade zorgt voor een mooie structuur, maar het bodemleven. Door te spitten maak je dit juist kapot.”
Het devies: laat die spade staan en het bodemleven met rust. En breng je bladblazer maar naar de schroot. Want bladeren en alle andere verwelkende planten – in de permacultuur ‘mulch’ genoemd – zijn broodnodige voeding voor bodem, planten en bomen. “Bomen laten elk jaar in de herfst hun eigen mulch vallen. Als je dat steeds ‘netjes’ opruimt beroof je de boom van zijn voeding. Uiteindelijk valt de boom dan ten prooi aan een schimmel, kevertje of parasiet,” legt Siepman uit. Je kunt deze mulch ook nabootsen met bijvoorbeeld compost die je op de bodem aanbrengt. “Dit beschermt en voedt bodem en bodemleven, zodat dit rustig zijn belangrijke werk kan doen.”
Slakken
Die lekkere verse mulch trekt dan weer slakken aan, die ook graag mee-eten uit de moestuin. “Slakken zijn dol op eenjarige groenten, die worden geselecteerd op smaak en kleur en niet op hun weerbaarheid. Ga je dan de slakken bestrijden, raak je van de regen in de drup. Slakkeneters als egels, padden en slangen zoeken elders hun heil omdat hun voedsel op raakt. Hierdoor krijgen juist de slakken ruim baan, want je kunt bestrijden wat je wilt, maar zolang die heerlijke sla blijft is er maar één slak nodig om uiteindelijk weer veel meer slakken op bezoek te krijgen.”
Wat dan te doen? Siepman: “Investeer in biodiversiteit – bestrijd niet de slak, maar lok slakkenjagers aan. Maak een egelschuilplaats, graaf een vijver, neem kippen. Koester het geheel. Biodiversiteit brengt evenwicht. Je hebt dan nog steeds slakken, maar geen plaag meer. Kijk naar de Oostvaardersplassen. Zonder natuurlijke roofdieren komen er veel te veel paarden, wat leidt tot overbegrazing en uiteindelijk ook minder paarden. We hebben daar wolven nodig.”
Complex en gecompliceerd
Volgens Siepman slaan wij mensen de plank mis, omdat we een illusie van controle koesteren. Hij maakt een onderscheid tussen gecompliceerde systemen en complexe systemen. “Een vliegtuig is gecompliceerd. Het bestaat uit een eindig aantal verschillende onderdelen, die op één manier functioneren en vervangen kunnen worden.
Een vogel is complex. Haar onderdelen zijn oneindig, onderhevig aan verandering, en bovenal: niet controleerbaar. Wij willen complexe systemen behandelen als gecompliceerde systemen. Dat gaat nooit werken, sterker nog, het werkt averechts. In plaats van controle te willen uitoefenen op complexe systemen, moeten we deze complexiteit waarderen en vergroten: probeer niet in te grijpen, tenzij je weet wat je doet. En kies dan de traagste en minst ingrijpende aanpassing.”
Zo kun je volgens Siepman een boom verplichten om samen te werken met schimmels door de huidige aanvoer van stikstof in de vorm van kunstmest te verminderen. “Kunstmest voegt in één keer heel veel voedingsstoffen toe. Zo’n plant moet deze dan wel opnemen, met heel snelle, onevenwichtige groei tot gevolg. Hierdoor is de plant zwak, een makkelijke prooi voor insecten en schimmels. De bodembacteriën op hun beurt worden lui en gaan geen stikstof meer binden. Meer bacteriën toevoegen heeft dan dus geen zin; beter is het om ervoor te zorgen dat dat stikstofgehalte laag is.”
“Zijn er nog vragen?”
Deelnemers aan de lezing konden na afloop hun vragen stellen. Zoals: hoe kun je wild bloemenzaad in een grasveldje zaaien zonder te spitten? Bloemen kunnen immers niet door het gras heen groeien. Siepman: “Draai een paar plaggen om of haal ze weg, en zaai daar.”
Een andere deelnemer vertelt dat hij sinds enkele maanden is begonnen met composteren. Dit leidt tot heel veel fruitvliegjes. Wat te doen? “In een goede composthoop heb je te maken met een juiste balans tussen ‘bruin’ koolstofhoudend materiaal, zoals dorre bladeren en takken, en ‘groene’ stikstofhoudende materialen, zoals groen blad, onkruid en gras. De verhouding moet ongeveer drie delen bruin op elk deel groen zijn. Je krijgt dan meer lucht, meer zuurstof in je compost, en minder stank.” Composteren is vooruitzien: “Verzamel in de herfst bruine materialen om in het groeiseizoen een gebalanceerde composthoop op te kunnen zetten.”
Hoe de principes van permacultuur toe te passen in een kleine stadstuin? Siepman: “Het geheim is altijd: zo min mogelijk te verstoren, en zo veel mogelijk relaties herstellen. Je wilt steeds meer complexiteit. Dat kan ook op kleine schaal.”
Meer weten?
Meer informatie over Marc Siepman en permacultuur, regeneratieve landbouw en natuurvriendelijk tuinieren vind je op https://marcsiepman.nl/