Gerrit Kramer: “Herenboeren, dat is liefde voor het kleine”
“Sinds een jaar ben ik Herenboer en ik vind het een prachtig initiatief. Ja, dat is toch geweldig, dat je met een groep mensen zo’n boer op een prettige manier een mooie boerderij laat runnen, en hem een eerlijk inkomen geeft. En reken maar dat die 200 Herenboeren die boer op handen zullen dragen. En dan zaterdag op je fietsje je groente, je vlees en je eitjes halen. Ik hoop dat we snel grond vinden, in Soest zal dat toch niet meevallen.”
Gerrit Kramer, jurist, is sinds een jaar aangesloten bij Herenboeren Soest. Hij las een publicatie in de krant, ging naar een bijenkomst in Artishock en werd meteen lid. “Ik heb al van meet af aan een oogstaandeel bij de Engtuin van Pieter Kuiper – zaterdagmiddag verse groente halen, zó van het land, heerlijk. Bij Herenboeren zou het gaan om een totaalpakket: groente, fruit, eieren, vlees, helemaal mooi. Ik ben meteen gaan kijken of zoiets ook hier in de buurt bestond. En wat bleek: niet alleen was men hier in Soest al flink op stoom, een goede vriend, Frank van Geffen, bleek een van de kartrekkers te zijn. Ja, toen was het een uitgemaakte zaak natuurlijk.”
Gerrit is altijd heel nieuwsgierig naar wat mensen drijft – waarom doe je dingen? Natuurlijk stelt hij die vraag ook regelmatig aan zichzelf. Door de ontwikkelingen in zijn leven is hij er inmiddels van overtuigd dat het uiteindelijk liefde is – of op z’n minst zou moeten zijn. “Lang heb ik gemeend, dat het koketterie was. Kijk naar mij, zie mij, hoe bijzonder ben ik! En al die emoties, al die persoonlijke dingen, breed uitgemeten op radio, televisie en social media. Maar ik dacht ook: het is economie, materialisme, dingen willen hebben, geld willen hebben, zorg dat je het goed voor elkaar hebt. Maar inmiddels is het voor mij duidelijk: het is liefde. Herenboeren: de drijfveer is liefde. Liefde voor het kleine, liefde voor lokaal kopen, liefde voor de aarde. Want laten we wel zijn, we zijn met z’n allen al jaren bezig die aarde te verknallen. Die liefde is dan ook hard nodig. Volgens Freek de Jonge is liefde het laatste taboe. Want kom er maar eens gewoon recht voor uit. Leef er maar eens naar. En ik denk dat het zo is.”
Hoe ziet hij die drijfveer, die liefde, in zijn eigen leven, voor zichzelf? “Mijn leven heeft mij geleerd, dat geven vele malen belangrijker is dan krijgen, of nemen. En dat zit ‘m in alles.
Een fiets die je op straat ziet liggen, zet je even overeind. Een vriend die een beroerte heeft gehad, daar ga je elke week even langs. Als je weet dat je zus het moeilijk heeft, bel je haar gewoon eens wat vaker. En dat je een vriend die een hotel heeft, in Coronatijd eens even belt, of hij het wel redt, of hij misschien wat hulp kan gebruiken. Dat soort dingen. Gewoon, liefde. Geven.”
Hij gnuift. “Maar laten we eerlijk zijn, geheel vrij van koketterie ben ik dan toch ook niet, hoor. Want ik doe het natuurlijk ook gewoon om waardering te krijgen. Zie mij. Iedereen heeft toch ook waardering nodig. Ook ik. Maar ook dat is iets, wat je ruimhartig kunt geven. Thuis, op je werk, overal.”
Die liefde, de ruimhartigheid, we hebben die hard nodig. Volgens Gerrit is het evenwicht al tijden zoek. “Die econoom Friedman heeft het toch maar voor elkaar gekregen dat iedereen voor die winst-maximalisatie ging. Vanaf de jaren 80 gingen we helemaal los. Overal zijn we de grote ondernemingen gaan bevoordelen, ten koste van de werknemer, ten koste van het milieu, ten koste van heel veel eigenlijk. Bedrijven als Google, Facebook, Apple, Booking.com enz, dat zijn marketingmachines geworden. Ze maken niks, ze zijn doorgeefluik, dat doen ze heel slim, en ze knijpen de mensen die het werk doen, uit. Een heel kleine groep verdient goud. We zijn volledig uit balans geraakt.”
Hij hoopt van harte dat we bij Herenboeren dat evenwicht wel vinden – en houden. Het is immers een lumineus idee, zo’n coöperatieve boerderij. “Het is zo krachtig, voor je het weet is het ook weer een prachtig verdienmodel geworden, en wordt het als concept over heel Nederland, over de hele wereld uitgerold. Dat het toch weer om geld verdienen gaat, ik mag hopen dat het niet gebeurt. Laten we het dichtbij houden, de liefde voor het kleine, het overzichtelijke. Lekker op zaterdag met allemaal leuke mensen die groente ophalen. Ik geniet nu ook zo van die Engtuin. Het loopje erheen alleen al. Dat is het toch helemaal.”
Gerrit houdt z’n hart vast over de grond. Is er in Soest wel ruimte voor een Herenboerderij? “Maar ik wil toch Herenboer zijn! Ik wil zo graag dat het een succes wordt! Voor mijn part komt die boerderij in Abcoude, fiets ik daar toch heen? Ik weet het, de meeste mensen willen het graag in Soest hebben, hoe lokaler hoe beter, maar wat mij betreft mag het best een stukje verder. Als die boerderij er maar komt!”
Ook stelt hij voor om naar draagkracht te gaan bijdragen. “Waarom zou ik niet wat meer betalen? We doen het met elkaar. Als die boerderij er nou maar gewoon komt. En laten we er alsjeblieft geen Poolse landdag van maken. Dat je met z’n allen eindeloos gaat zitten zaniken over elk detail. Nee hoor, laat die boer nou maar gewoon die tent runnen, het is zijn vak, hij weet wat hij doet. En dan kom ik op zaterdag wel m’n paksoi, m’n snijbiet en m’n biefstukje halen.”
Nog even terug naar Friedman. “Friedman zei: je kunt pas echt gaan veranderen als je in een crisis zit – nou, we zitten er middenin. Dus laten we die gelegenheid te baat nemen, laten we nou gewoon die verandering inzetten. Met Herenboeren kunnen we die stap maken. Ik zie het helemaal zitten.”